format: cd / digital
released: september 24 2010
tracklisting
1.untitled
2.untitled
3.untitled
4.untitled
5.untitled
6.untitled
info
Fine China Superbone’s core business is the guitar riff. On Make-Machine, an impressive load of vicious riffs is being fired at the listener relentlessly in six pieces of instrumental noiserock. Thundering drum rolls, movie samples and keyboards complete the setting that brings infamous noise- and mathrock bands like Dazzling Killmen and Don Caballero to mind. Guitarists Wiebe and Joeri, bassplayer Bas and drummer Robert (who also plays in Organisms) are three-quarters The Hague and one-quarter Rotterdam and have been going since before Y2K. Their debut release How Long Is a Chinese saw the light of day in 2002, gaining rave reviews from Dutch magazines such as Oor and Fret. The following seven years were spent drinking wine, raising kids, finishing degrees, buying houses and eventually writing and recording Make-Machine at Next to Jaap Studio, run by Dutch indie-legend Corno Zwetsloot. Dutch artist Zeloot provided the beautiful cover artwork for Make-Machine.
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=aT_bdulReCs]
press downloads
hi-res image of cover
press release (english)
press release (dutch)
reviews
kwadratuur
december 24 2010
by johan giglot
Als er één ding vaststaat, is het wel dat ze bij het progressieve Nederlandse label Narrominded niet kortzichtig zijn. De vriendenclub die tot een befaamde underground muziekfirma is uitgegroeid, focuste aanvankelijk nog op homestudio- en laptopfreaks, wat voor spitsvondige elektronicareleases zorgde. Inmiddels is de invulling van de catalogus een stuk breder. Getuige is dit album van Fine China Superbone, een mathrock kwartet uit Den Haag dat luidruchtige, complexe instrumentale geluidspuzzels creëert.
‘Make-Machine’ is op verschillende manieren opzichtig. Vooreerst is er de erg ‘arty’ hoestekening van kunstenaar Zeloot: een soort van pointillistisch gelaat dat opgebouwd is uit meetkundige figuren. Vervolgens is er een nogal aparte en abstracte bandnaam als Fine China Superbone die vrij moeilijk geassocieerd kan worden met een muzikaal genre. Tenslotte is er een schijfje in een kartonnen hoes met zes lange tracks dat bulkt van de hoekige jazzrockstructuren die rafelen, rommelen en razen van jewelste maar toch een mooi afgelijnde inhoud bevatten.
De georkestreerde chaos in deze band is er eentje van hoog technisch vernuft. Met als basis vaak een eenvoudige riff, wordt een voortdurend stuiterende structuur opgebouwd waarin ratelend bas- en drumwerk twee van de hak op de tak springende, competitieve gitaren in goede banen probeert te leiden. Het lijkt wel of vier aan het conservatorium opgeleide artrockers speed hebben genomen en zijn beginnen experimenteren. Zonder uitzondering zijn de tracks op deze cd dan ook gemene geluidspuzzels die om een hoog concentratiegehalte vragen.
De afsluitende track van dit klein halfuur durende plaatje is nog het meest dol van allemaal. Doorheen de waas van scherende sneltreingitaren en haakse ritmepatronen doorbreekt frontfiguur Wiebe het instrumentale karakter door met overstuurde loeistem en in pure punkspirit als een dolleman tekeer te gaan.
Ondanks een hoog ADHD-gehalte maakt Fine China Superbone geen hoofdpijnherrie. Partijen waar werkelijk alle registers door elkaar worden opengetrokken zijn eerder zeldzaam in erg uitgedokterde, regelmatig gas terugnemende songstructuren van dit kwartet. Zo bouwt het viertal met eenzelfde gemak muzikale composities op, als dat het die (genadeloos en erg destructief) afbreekt.
3/5
fret
november 2010
by martien koolen
heavy mental
october 24 2010
Nom du groupe : Fine China Superbone. Titre du disque : Make-Machine. Label : Narrominded. Genre : noise rock à tiroirs et mélodique. Avis général : encore un groupe en provenance directe d’un revival noise 90’s qui n’en finit plus de nous étourdir les oreilles, pensez aux Dazzling Killmen, ajoutez-y une grosse pincée de dextérité mathématique et un effort de composition largement au dessus de la moyenne et vous aurez tout bon – c’est hautement recommandé, comme on dit.
Je discutais l’autre jour avec un ami qui travaille de temps à autre dans un magasin de disques bien connu de cette bonne vieille ville de Lyon, magasin dans lequel il passe le plus clair de son temps à tenter de trier le bordel incroyable qui règne dans le non-classement des bacs à disques. Autant dire qu’il est vraiment très loin d’en avoir terminé mais qu’un tel foutoir joue aussi pour beaucoup dans le charme du lieu. Le but du jeu est donc d’extraire des caisses de disques empilées ça et là des vinyles attractifs selon les critères du moment et de les mettre en vente dans les bacs disponibles aux visiteurs du magasin et inversement de virer les vieilleries pour les mettre au rancard dans ces mêmes caisses. Et au passage d’écouter des disques que l’on ne connait pas ou que l’on a oubliés. Le bonheur absolu.
Et voilà qu’il me raconte que, alors qu’il s’apprêtait à passer au pilori toutes une série de disques de Yes, Genesis, Emerson, Lake & Palmer ou même Marillion*, le propriétaire des lieux a soudainement arrêté son bras vengeur et annonciateur d’une mise à mort certaine en lui expliquant que « non, faut pas les enlever ceux-là, tu sais les gamins commencent à m’en réclamer de plus en plus ».
Les bras m’en tombent. On a beau savoir qu’en musique comme en beaucoup d’autres choses les critères et goûts respectent une espèce de cycle, que les horreurs du passé se reproduiront forcément à l’avenir, en pire même, parce que trop souvent de façon caricaturale (il n’y a qu’à voir comment les 80’s primitives ont été passées à la moulinette turbokitch par des groupes aussi putassiers qu’indigents), oui on a beau savoir tout ça, jamais on ne peut imaginer un retour en fanfare des dinosaures du rock progressif sans en avoir des sueurs froides et une nausée persistante. Le cauchemar absolu.
Un bon remède pour pallier à cette engeance – le jour où un remède musical contre la politique sécuritaire d’un gouvernement ultra libéral et corrompu sera trouvé, promis on vous fera un signe – donc le bon remède pour pallier à la diarrhée prog c’est justement un disque tel que Make-Machine de Fine China Superbone (OK, j’avoue que le nom du groupe n’est pas terrible, l’artwork non plus d’ailleurs mais c’est pas grave). Un mini album qui sent bon le dépucelage trépidant à base de deux guitares virevoltantes et aiguisées et d’une rythmique rebondissante et qui tape fort. Ça va vite, ça tombe systématiquement dans le mille et ça fait constamment des étincelles sans pour autant ressembler à un vulgaire sapin de Noël. On entend quasiment pas de voix, seulement à la fin du dernier titre un type sorti on ne sait d’où se met à beugler, et c’est la seule critique que l’on pourrait exprimer à propos de ce disque bienfaisant. Un peu de chant, rare mais bien placé, eût été un plus. Les Fine China Superbone expliquent quelque part qu’ils ont eu un chanteur mais que pour l’instant il en a marre de s’exprimer dans le cadre d’une action collective. Le groupe a donc compensé avec quelques samples discrets apportés par un vieux pote (et d’où provient la voix mentionnée plus haut).
Make-Machine est donc un disque quasi obligatoire. Ce qui le rend encore plus obligatoire, c’est qu’il est disponible auprès du label pour la modique somme de 10 euros port compris. Diantre. Et si vraiment on ne peut pas parce que les temps sont trop durs et bien l’intégralité de Make-Machine est téléchargeable ici.
* si le nom de ces groupes honnis entre tous sont barrés c’est par pur soucis déontologique et de bonne moralité
festivalinfo
october 11 2010
by tjeerd van erve
Acht jaar is het geleden dat Fine China Superbone iets van zich heeft laten horen. En in alle eerlijkheid, ondergetekende heeft dat helemaal gemist. Bij beluistering van Make-Machine rijst dan snel de vraag, waarom in hemelsnaam? De nieuwste mini-cd van dit Haagse gezelschap dit jaar uitgekomen op Narrominded (een van de interessantere labels in Nederland en onlangs tien geworden) bevat alles wat deze scribent (tja, hij heeft zich zelf niet zo hoog zitten) acht jaar terug ook al te gek vond.
Een tikkie agressie van A Minor Forest (zoals te horen op ‘…So, Were They in Some Sort of Fight?’, het mathematische van Lumen, de stuwende ritmiek van Don Cabellero en dat alles gepakt in een gruizige gitaarmuur zoals die bij Reynolds te horen was. Fine China Superbone is postrock op zijn luidst, directst en energiekst, maar dit zonder nuance en richting te verliezen.
Bij vlagen is de vergelijking met labelgenoot Katadreuffe te maken, waren het niet dat vocalen bij de Hagenezen grotendeels achterwege blijven en het Amsterdamse Katadreuffe meer richting de noiserock hangt. Daar is echter wel de handtekening van Corno Zwetsloot te herkennen, die beide artiesten in zijn studio had en er een productionele extra laag een gruizigheid over weet te leggen.
Resultaat is zes energieke – naamloze – nummers die stuk voor stuk de oren teisteren met prachtige bombardementjes aan noisepostrock. Geen seconde verveelt deze plaat, opzwepende gitaren, drums en scheurende saxofoon, alles valt op zijn plaats. Heerlijk stukje Nederlandse up-tempo postrock dat ongetekende terugbrengt naar de initiële vraag: “Hoe heeft hij deze groep Hagenezen acht jaar terug kunnen missen? Hoe, in hemelsnaam HOE?”.
built on a weak spot
october 5 2010
This release certainly comes unexpected, in fact when I read the name on the side of the little cardboard CD sleeve I honestly had to rack my memory a bit to remember where I’d heard Fine China Superbone before. Then it eventually came to me that I’d run across a digital copy of their first mini-album of sorts years ago. It proved to be a good listen; however I do remember searching around for information on the band afterward and couldn’t turn up hardly a thing. That may have changed over the years, well I know for a fact it has now since Narrominded has come out of nowhere with this new album from the band roughly seven years later titled Make-Machine. I would say it was worth the wait, but I honestly had no idea I was waiting on it.
During their seven year layoff not much has changed in terms of the bands overall sound. One large difference here though is that the band has transitioned into what is basically an instrumental group. Their first LP had a vocalist, but it would appear he has since departed. However, when listening to Fine China Superbone the focus is most definitely not on the vocals but more so the riffs involved. Through the six untitled tracks of Make-Machine the band moves steadily through jazz inspired passages and riffs that, while they may not be as immediate and technical as other math-rock inspired bands, have the sort rough angle and meat to them that gives them the power set of a Dazzling Killmen or similar bands . Occasionally they sprinkle in a movie sample to maybe offset the lack of vocals, but really these set of songs function more than ably on their own and could certainly work without them. Fine China Superbone may have been an after thought, a band resting in the back of my mind, to begin with but they’ve certainly made their name known to me now here in 2010. Let’s just hope it’s not another seven years before we get to hear them again.
For those interested in picking this up, it’s available on CD through Narrominded or it’s also available digitally for free. So definitely give this whole thing a listen if you enjoy what you hear posted above. Enjoy!
musicfromnl
october 5 2010
by jos
Acht jaar na het debuut van Fine China Superbone komen de vier heren uit Den Haag en Rotterdam met de opvolger. In de jaren er tussen is tijd besteed aan dingen die te maken hebben met “volwassen worden”. Diplomaatje halen, huisje kopen, kindjes opvoeden, dat soort dingen. Maar bloed kruipt zoals gewoonlijk bij muzikanten waar het niet gaan kan en dus dook het kwartet weer de studio in. Next To Jaap in deze, onder toeziend oog en additionele hulp van Corno Zwetsloot. Het resultaat heet ‘Make Machine’ en kan in de boeken als ongelooflijk hard staaltje instrumentale experimentele noise- en mathrock.
Voor de ongeoefende luisteraar is het misschien even schrikken, als dit album een eerste kennismaking is. Wegrennen met een smoes: “Oef, euh, ik moet even een boodschap”, kan. De bijzonder dikke muur van geluid die op je afkomt vanaf nummer één is een kwestie van even de knop om. Waarom? Het is nu eenmaal geen alledaagse muziek. Fine China Superbone maakt ongecompliceerde noise met songstructuren die nog niet in de buurt komen van “niet standaard”, het gaat verder. Uw recensist dook even in het begeleidend schrijven om referenties/invloeden te checken. En na het beluisteren van Dazzling Killmen en Don Caballero op (goddank wat fijn dat het op zo’n moment bestaat) Spotify, is daar wel een link te horen. Maar Fine China Superbone gaat verder, maakt het bonter en complexer. We hebben even nodig om de lagen in de nummers te doorgronden. De kop en staart die andere instrumentale groepen zoals bijvoorbeeld bovengenoemde bands of het Canadese Removal nog enigszins wel hebben, zijn op ‘Make Machine’ niet aanwezig.
Bij gebrek aan zang wordt er in het instrumentale wereldje nogal eens teruggegrepen op samples uit films. Zo ook op dit album, naast ook aanwezige keyboardpartijen. Het album fundeert op zeer venijnige afwisselende gitaar-riffs en hectische drums. Een voorstelling van een live optreden moet gruwelijk zijn. Energiek, hard, extreem, een set waarna zelfs het publiek moe zal zijn van de muur van geluid en de complexiteit van de nummers. Het platenlabel Narrominded staat er mede om bekend muziek uit te brengen van harde gitaarmuziek in de experimentele hoek. Na het beluisteren van de nieuwe plaat is de keuze voor het label een logische. De zes ongetitelde stukken op ‘Make Machine’ zijn niet gemaakt voor de radio, moge dat duidelijk zijn. De muziek is een typisch gevalletje van “You love it or you hate it”. Wie houdt van instrumentale muziek met een hoge graad van experiment en complexe songstructuren, is bij Fine China Superbone gaan het goede adres. Wie niet verder komt dan experi…, laat de band lekker links liggen.
dark entries
september 29 2010
by didier becu
Zo’n zeven jaar terug kon dit Nederlands viertal het muziekblad Oor openen om te zien hoe hun eigen debuut “How long is a Chinese saw” de lucht ingeprezen werd maar in plaats van het ruime sop van de muzikale zeeën te verkennen, verdiepten ze zich in het familiale leven waardoor Fine China Superbone jarenlang op non-actief kwam te staan.
Muziek is nu eenmaal een ziekte die niet te stoppen is en zo besloten de vier om terug de studio in te duiken waarvan deze “Make-Machine” het resultaat geworden is.
Niet dat ze plots weer grootse dromen hebben want deze release werd uitgebracht op Narrominded wat betekent dat het een gratis download geworden is, ook al kun je op die site ook de cd aanschaffen.
Zelf pretenderen ze het soort muziek van Don Caballero te maken en wie met deze mensen vertrouwd is, weet meteen dat het muziek is waar de gitaarriff centraal staat.
Het is inderdaad een soort van breakcore geworden die elementen van post-rock, post-metal en experimentele improvisatie omvat ook al is het overgrote deel van deze cd een ware geluidsmuur.
Wie dit soortmuziek haat, zal dit ook verfoeien maar wie pap lust van Steve Albini-lawaai zal dit zeker weten te smaken!
perte et fracas
september 27 2010
by skx
C’est dans les vieux ports qu’on fait les meilleures soupes. Trois de La Haye, un de Rotterdam et 100% hollandais. Un quatuor qui va chercher dans les soutes du noise-rock de quoi assécher plus d’une cale. Entre 2002, date de leur premier album et ce nouveau disque, Make-Machine, Fine China Superbone n’a pas perdu que huit années. Il a également égaré un chanteur. Fine China Superbone, c’était aussi un nom qui titillait les neurones. Un lointain souvenir dont la trace a été retrouvée sur un tribute à Dazzling Killmen, toujours en 2002, année d’hyperactivité dont ils ont mis du temps à s’en remettre.
Fine China Superbone donne désormais dans l’instrumental, perd son attribut Dazzling Killmen que la voix hargneuse pouvait lui procurer, tout en restant dans les parages. En fait, à force de vouloir lui trouver des affiliations (le bio parle de Don Caballero… ouais bof), dont la dernière pourrait être la réponse batave aux italiens de White Tornado (sans oublier Colossamite de l’autre coté de la face), on se retrouve avec un putain de groupe possédant suffisamment de forces internes pour s’ôter toutes comparaisons. On touche du doigt mais on ne fait qu’effleurer le monde volant des Hollandais.
Et sa principale force, ce sont les deux guitares. Option visseuse et dévisseuse avec un cran de sûreté pour éviter de se faire défoncer net. C’est imbriqué, on ne voit que du feu tout en étant capable d’être incroyablement lumineux (comme sur Untitled 2, les six morceaux n’ayant aucun nom bien que sur leur myspace, ce number 2 s’intitule My Father the mechanic, allez comprendre !). Tranchantes, séduisantes, ces guitares dressent des fils barbelé sur lesquels il est bon de s’écorcher. Avec une section rythmique qui aime suivre des chemins similaires, capable de tout et surtout que du meilleur, un synthé pour encore plus d’onctuosité, quelques samples pour remplacer le chanteur défaillant (excepté sur le dernier titre où il semble avoir retrouvé le chemin du studio) et autres petits bruitages bien trouvés, Make-machine est un disque étonnamment riche, presque symphonique, ample et toujours très rock/fougueux dans son propos. Fine China Superbone taille dans le vif avec une grande maestria. Grosse découverte.
subjectivisten – caleidoscoop
september 24 2010
by jan willem broek
Het Nederlandse kwaliteitslabel Narrominded blijft verrassen met steeds weer verfrissende releases. En of dat nu om ambient, experimentele muziek of onversneden noise gaat, telkens brengen ze muziek die er toe doet. Nu pakken ze uit met eindelijk weer een nieuw album van de Haags/Rotterdamse formatie Fine China Superbone. Acht jaar lang is het stil geweest na het geweldige debuut How Long Is A Chinese, om zeer begrijpelijke redenen als wijn drinken, kinderen krijgen en opvoeden, diploma’s halen en huizen kopen (aldus de onesheet). Maar Wiebe (gitaar), Bas (bas), Robert (drums) en Joeri (gitaar) zijn weer helemaal terug met Make-Machine, dat ze met held Corno Zwetsloot en in zijn studio hebben opgenomen. Naast de genoemde ingrediënten zijn ook spaarzame heftige zang, filmsamples, sax en keyboards opgenomen in de muziek. Normaal gesproken zit het venijn hem in de staart, maar hier zit het er van kop tot staart in. Het doet me vooral terugdenken aan de (begin) jaren 90 waar bands op harde en bovenal energieke wijze een spontaan en origineel geluid aan de dag weten te leggen. Ook Fine China Superbone weet als een wervelwind noise, jazz, hardcore, mathrock, punk en experimentele muziek aan elkaar te koppelen. Muziek waarbij je op prettige wijze geleefd wordt. Denk daarbij aan een hete smeltkroes van bands als Don Caballero, Oxes, Big’N’, Colossamite, Pitchfork, Deerhoof, Dazzling Killmen, Trumans Water, Gone Bald en Melt-Banana (luister maar naar het geweldige “Pocket Germs”). Natuurlijk kan je gaan lopen zeuren dat er na zoveel jaar tijd slechts zes nummers van bij elkaar 22,5 minuut uit zijn gerold, maar het is allemaal zo geconcentreerd en in hoog tempo gebracht dat je wel een het gevoel hebt een complete luisterervaring voorgeschoteld te hebben gekregen. Harde muziek in alle essentie gebracht. Dit soort muziek wordt veel te weinig gemaakt. Hulde!
stnt
august 31 2010
by la corne
Des nouvelles d’un de nos labels néerlandais préférés. Formé en 2002 (un unique disque -How long is a Chinese-), ce FINE CHINA SUPERBONE est un quatuor guitare guitare basse batterie qui s’incrit dans les univers torturés des DAZZLING KILLMEN / DON CAB . Direct, des envolées cathartiques à la DAZZLING KILLMEN apparaissent, des mélodies qui me sont proches comme à tous les vieux débris écrasés par cette noise rythmique et mathématique puis sublimée par des guitares à l’aura mélodique. Ca vire de bâbord à tribord, tangue la chaloupe au gré des rythmes. La découverte est bonne. 6 titres, 22 minutes, c’est violent et mélodique à souhait et ce mini album, d’une longueur que n’aurait pas reniée nos chers ARAB ON RADAR, sierra droit dans les œillères de tous les noiseux du coin.
Remarque : Le disque est en écoute totale sur le site de Narrominded !